
Twee ‘planken’, twee stokken, een helm en warme winterkleding – meer heb je niet nodig voor een ski-avontuur. Nou ja, niet helemaal, want je moet ook nog een geschikte locatie kiezen waar je optimaal van deze sport kunt genieten. Steeds meer mensen ontdekken het plezier van freeriden en gaan op zoek naar skigebieden waar deze vorm van skiën mogelijk is. Maar wat is freeriden precies en waar moet je op letten? In deze blogpost vind je alle belangrijke antwoorden. Daarnaast geven we technische tips, zodat ook beginners het snel onder de knie krijgen. En we verklappen je de beste skigebieden van Oostenrijk om te freeriden.
Wat is freeriden?
Freeriden is niets anders dan skiën in diepe sneeuw. Het betekent dus dat je in een skigebied buiten de gemarkeerde pistes skiet en in plaats daarvan het vrije terrein gebruikt voor wintersport. Je ziet dus af van geprepareerde sneeuw, borden en veiligheidsmaatregelen zoals netten of afbakeningen. Bovendien kunnen er onder de sneeuwlaag onvoorspelbare obstakels zoals takken of stenen tevoorschijn komen, die je moet overwinnen. Maar juist deze sensatie, in combinatie met het rustige natuurschoon, is voor velen aantrekkelijk.
Fans van diepe sneeuw beschrijven freeriden dan ook vaak als een unieke ervaring die niet alleen het lichaam met adrenaline overspoelt, maar ook magische momenten in de ongerepte natuur belooft, ver weg van de drukte op de pistes. Maar wat er gemakkelijk uitziet, vereist diepgaande technische kennis, de juiste freeride-techniek, maar ook alpine kennis om de omstandigheden goed te kunnen inschatten en je veilig door de diepe sneeuw te kunnen bewegen.
Freeriden voor beginners: waar het op aankomt
Wie nu de smaak te pakken heeft, vraagt zich misschien af: freeriden voor beginners – hoe werkt dat? Welnu, u moet een paar dingen in gedachten houden om ten volle van deze manier van skiën te kunnen genieten en tegelijkertijd de risico's te minimaliseren.
Onze tips voor beginners:
- Volg een freeridecursus: wie op veilig wil spelen, stort zich niet op eigen houtje in het open terrein, maar laat zich door experts alles leren over skiën in diepe sneeuw en de juiste freeridetechniek.
- Leer over lawines: het gaat niet alleen om de skikennis, maar ook om het kunnen reageren in geval van nood bij lawines. Hiervoor zijn er ook speciale cursussen die de basisvoorwaarde vormen voor deze onderneming.
- Let op het weer: Voordat je een freeride-dag plant, moet je altijd de actuele weersomstandigheden in de bergen in de gaten houden, want slechte omstandigheden hebben direct invloed op het zicht en de sneeuw.
- Controleer je uitrusting: Digitale kaarten en GPS-apparaten helpen je om je weg te vinden buiten de pistes, een EHBO-set kan in noodgevallen essentieel zijn. Naast ski's, skistokken, helm, bril en skikleding heb je ook nog nodig: lawinezoekapparaat, schep en sonde, lawinerugzak, stijgijzers of crampons, sneeuwschoenen. Voor ski's geldt: diepsneeuwski's zijn lang en breed, zodat ze niet zo diep wegzakken en sneller drijven. Soms is de ski of een deel ervan ook omhoog gebogen om het drijfvermogen te verbeteren.
- Heb je nog de juiste uitrusting nodig? Bij SPORT 2000 rent vind je een grote keuze aan producten voor elk gebruik.
- Respecteer de natuur: Ondanks alle euforie mag je de dieren en planten die daar leven niet vergeten. Respecteer de flora en fauna en let op de aangewezen beschermde gebieden.
- Overhaast niets: Het belangrijkste is dat je jezelf goed inschat en jezelf niet overbelast. Begin met tochten in vlakke gebieden, zodat je langzaam aan steilere hellingen kunt wennen.
- Ga nooit alleen op pad: helemaal alleen in diepe sneeuw in de bergen skiën? Geen goed idee! Ga met minstens twee personen, of beter nog met een grotere groep, het open terrein in, zodat je in geval van nood sneller kunt reageren.
Af en toe zijn er ook gele pistes in skigebieden die je kunt gebruiken. Dit zijn afdalingen die weliswaar beschermd zijn tegen lawinegevaar, maar verder nog grotendeels onbereid zijn. Ze zijn uitstekend geschikt om het skiën in diepe sneeuw te oefenen voordat je je op onbeveiligd terrein begeeft.
De juiste freeride-techniek: 4 tips
Onze vier techniektips helpen je ook bij het starten met je nieuwe favoriete tijdverdrijf – zo wordt freeriden een leuke en tegelijkertijd veilige bezigheid:
Bij normaal skiën moet het zwaartepunt altijd centraal boven de binding liggen – dus niet te veel naar voren of naar achteren. Hetzelfde geldt voor freeriden. Zorg ook voor een stabiel bovenlichaam en een smallere beenstand.
Sommige freeriders vinden dat skiën in diepe sneeuw hetzelfde is als vliegen. En inderdaad kan het een gevoel van gewichtloosheid geven. Dat komt vooral doordat de ski's door de opwaartse kracht in diepe sneeuw gaan drijven, hoe sneller je gaat. Daardoor kun je ze ook makkelijker draaien aan de oppervlakte. Bij een te lage snelheid blijft dit effect echter uit, waardoor het moeilijker wordt om te sturen.
Dansers hebben gevoel voor ritme nodig – freeriders ook. Want alleen met de juiste timing en stokgebruik en gecontroleerde bewegingen van de polsen kunnen de bochten moeiteloos worden genomen. Wie daar in het begin moeite mee heeft, kan zichzelf met korte commando's herinneren aan de bochtwisseling om zo in de flow te komen.
Als je een ski te zwaar belast, kan deze plotseling in de sneeuw wegzakken. Het gevolg: het wordt moeilijker om de ski's te sturen. Om dit te voorkomen, moet het gewicht bij het skiën in diepe sneeuw altijd ongeveer gelijkmatig worden verdeeld.
Gevorderden kunnen bovendien gebruikmaken van het trampoline-effect, ook wel rebound-effect genoemd: wie het juiste ritme en een actieve op- en neergaande beweging, zoals het strekken en buigen van heup, knie en enkel, toepast, springt voor de bocht soms een stukje in de lucht – zoals op een trampoline. De reden: door het actief belasten wordt de sneeuw samengeperst en ontstaat dit effect. Dan kunnen de ski's ook gemakkelijk worden gedraaid voor de juiste richtingsverandering.
